‘We zetten alles op alles om kinderen thuis te laten opgroeien’
Arlen Mendez is aanjager van het nieuw te vormen Versnellingsteam. Met haar ervaring in de jeugdbescherming en haar scherpe blik op wat gezinnen écht nodig hebben, werkt ze aan een aanpak die het verschil moet maken voor kinderen die nu uit huis zijn geplaatst.
Waarom komt er een Versnellingsteam?
‘In Purmerend willen we dat kinderen veilig thuis kunnen opgroeien. Daarom starten we een team dat zich richt op kinderen die nu uit huis zijn geplaatst, en op het voorkomen van nieuwe uithuisplaatsingen. We gaan met gezinnen werken aan een terugkeer naar huis, en kijken wat er nodig is om dat mogelijk te maken.’
Wat maakt dit team anders?
‘Het Versnellingsteam gaat uit van de gedachte: we doen alsof uit huis plaatsen geen optie meer is. Dus wat is er dan nodig? Soms is dat intensieve hulp aan huis, soms praktische ondersteuning. Dat kan ook iets anders zijn dan hulp van ons team Jeugd. We kijken breed, creatief en buiten de lijntjes. Denk aan een au pair, een therapiepaard, of 24-uurs zorg thuis. Alles om het kind thuis te laten opgroeien.’
Wat voor collega’s zoeken we voor het Versnellingsteam?
‘We zoeken twee jeugdhulpwerkers en een gedragswetenschapper. Mensen die stevig in hun schoenen staan, creatief denken en durven te doen wat nodig is. Je moet hulp kunnen bieden, maar ook durven zeggen: dit werkt niet, we moeten het anders doen. Idealiter heb je ervaring met crisissituaties en weet je hoe je rust kunt brengen in een gezin.’
Wat is jouw rol?
‘Ik help het gedachtegoed vorm te geven en ondersteun inhoudelijk. Ik geloof er écht in dat kinderen het beste thuis kunnen opgroeien. Dat vraagt om lef, om anders durven denken. En om collega’s die dat samen met ons willen doen.’
Wat hoop je dat dit team bereikt?
‘Ik hoop dat we laten zien dat het anders kan. Dat we gezinnen perspectief bieden. En dat we hulpverlening inspireren om mee te bewegen. Uiteindelijk is het mooiste scenario dat dit team overbodig wordt, omdat kinderen gewoon thuis kunnen blijven wonen.’
Wat drijft jou om dit werk te doen?
‘Ik heb bij de reclassering gewerkt en als gezinsbeschermer bij de jeugdbescherming. Ik ken de praktijk van binnenuit en weet hoe zwaar het kan zijn voor gezinnen én hulpverleners. Vroeger wilde ik zangeres worden,’ vertelt ze lachend. ‘Ik zat zelfs op het conservatorium. Maar die wereld paste niet bij mij. Mijn vader werkte met vluchtelingen en vroeg: is maatschappelijk werk niet iets voor jou? Dat bleek precies te kloppen.’ Wat haar drijft is helder: ‘Ik wil dat kinderen thuis kunnen opgroeien. Dat is niet alleen beter voor hun ontwikkeling, maar ook voor hun identiteit. Je haalt een kind uit z’n omgeving, uit z’n verhaal. Dat moeten we voorkomen. En ik geloof dat dat kan – als we durven.’